Anna van Praag boeken en verhalen
Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Beste

Negen jaar geleden was er een schrijverslunch in een boekwinkel aan zee. De bedoeling was dat er daarna gesigneerd ging worden, maar mijn boeken waren ze vergeten in te kopen.

Gelukkig was er nog een schrijfster dat sneue lot beschoren. En zo werden Jowi en ik vriendinnen. 

Liefdesbrief

Schrijfvriendinnen. Dat om te beginnen. Ik op de berg in Spanje en Jowi op haar boot in Amsterdam. Er gebeurden heftige dingen in onze levens, dingen die beter uit te leggen waren op papier. Terwijl we elkaar amper zagen groeiden we meer en meer naar elkaar toe.
En we praatten altijd over schrijven. Toen en nu nog steeds. We lezen elkaars werk in ontwikkeling, denken mee en geven elkaar schouderklopjes als het weer eens vastloopt. We gaan samen naar boekenfeesten en presentaties. Jowi is de beste collega ever. De grappigste de slimste de liefste.
En ze heeft weer een boek.
Gisteren proostten we met koffie op het verschijnen van Beste Broers. Ik had het halsoverkop gelezen, als ware het een liefdesbrief. En dat was het ook. Niet aan mij, maar aan twee broertjes, en aan een onwankelbare opa die toch wankelt, en een oma die goddank niet doodgaat. Beste Broers kruipt zo dicht op de huid van die twee jongetjes in het grote bos dat je hun stemmen kunt horen, je ziet ze gaan met hun zaklantaarns, walkietalkies en al hun tomeloze plannetjes. 

Ik ben partijdig natuurlijk, maar dit is dan ook geen recensie. Dit is een hartstochtelijke aanbeveling om alles uit je handen te laten vallen en mee te gaan op avontuur. Naar het bos, de opa, de broers. En dat dan de hele wereld is. 

 

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

De ogen van Monique

Als er geen Corona zou zijn, was er komende week de City Swim: zwemmen door de grachten tegen ALS.

J heeft een vriendin met ALS, dat was al zo toen ik hem leerde kennen. Tegen alle verwachtingen in is die vriendin er nog steeds. 

Woonboot

Voorgaande jaren zwommen J en andere vrienden van Monique de City Swim, dit jaar doen ze het ook maar anders, gewoon  bij haar voor de deur.
Monique woont in een woonboot, samen met haar verzorgsters. Die heeft ze hard nodig. Zoals dat gaat bij ALS kan Monique steeds minder. Ooit, toen ik haar nog niet kende, was ze saxofoniste en reisde over de wereld. Op dit moment is het enige wat ze nog heeft: haar ogen.
De ogen van Monique bedienen haar spraakcomputer. Die ogen maken kunst en verkopen dat vervolgens op veilingen, de opbrengst voor de strijd tegen ALS. Met die ogen kan ze Netflix kijken, appen, schrijven. Er is zelfs een heel boek gekomen met de bespiegelingen van Monique. Haar levensvisie is ongelooflijk. Als ik denk aan hoe het moet zijn als je niets maar dan ook niets meer kunt bewegen, raak ik al in paniek. Niet Monique. Wat ik zie via J is vooral die tomeloze levenskracht. Zoals haar broer gisteren zei: ‘Toen we net hadden gehoord dat ze ALS had, maakten we afspraken over hoe en wanneer het allemaal niet meer de moeite waard zou zijn… maar dat moment is al lang gepasseerd.’  

Dat er nu elf mensen verwoed door de groezelige gracht bij Monique zwemmen, is haar verdienste. Dat er daardoor ook weer geld is opgehaald om deze gruwelziekte te bestrijden ook. Maar nog knapper dan dat vind ik hoe ze daar zit: stralend. Liefde. Dat zeggen de ogen van Monique. Leven.

Doneren kan nog : https://www.alswehetlevenvieren.nl/team/team-monique

 

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Dansers moeten dansen

Ik kan er nog steeds niet bij dat we wel met z’n allen hutjemutje in een vliegtuig mogen zitten maar niet in een theater of bioscoop.

Laatst was ik weer eens naar de film, een anticlimax. Hebben ze bij De Munt net die hele bioscoop prachtig opgeknapt… is er geen kip. En dan is dit nog maar het topje van de ijsberg. 

Helden

Er komen zo ontzettend veel mensen op straat te staan. In een landschap zonder kunst. Zonder dans, muziek, film, theater, waardoor alles blijft smaken alsof je net een of ander rotvirus hebt gehad: naar niks.
Maar er zijn altijd helden. Mensen die tegen de klippen op kunst blijven maken en programmeren. Zoals J met zijn team bij Film by the Sea. Ik heb de worsteling van heel dichtbij gezien, de afgelopen maanden, de duizend bochten waarin ze zich hebben moeten wringen om toch zometeen het eerste festival te zijn dat live gaat. Minder groots dan anders natuurlijk, maar toch. We kunnen voorpremières zien, en talkshows en interviews met makers, eindelijk weer. Ik kan niet wachten.
Of neem de Flamenco Biennale. Sinds deze week ben ik daar tijdelijk aan het werk en het is een déjà vue van keuzes maken, afslanken, inkrimpen… maar toch doorgaan. Dansers en muzikanten zijn overal ter wereld bezig om nieuwe dingen te maken, dwars door alles heen. 

Voor ons, reikhalzend publiek, natuurlijk. Maar ook omdat het moet. Dansers moeten dansen en zangers moeten zingen. Zo simpel. 

 

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Geestesoog

Mijn geestesoog is verschrikkelijk. Hoeveel ik mezelf al niet van de trap heb zien vallen, als ik loop te manoeuvreren met teveel tassen en op hakjes.

In de auto heb ik het ook heel sterk. Ik voorzie precies hoe ik mijn stuur een tikje omgooi en dan tegen de vangrail knal. Ik zie slechte uitslagen van routine-onderzoeken, ik zie de dood van iedereen van wie ik houd in alle kleine hoekjes. Je kunt er maar beter vrienden mee worden, met je geestesoog, anders verzet je geen stap meer.

Meisje door de lucht

Maar vandaag vliegt er echt een meisje door de lucht. Niet eentje van mij, goddank, maar eng is het wel.
De Haarlemmerstraat is zo mogelijk nog gevaarlijker geworden nu er door Corona geen auto’s meer in mogen. Teveel fietsers, zolang je de vaart er maar in kunt houden gaat alles goed. Maar dan is er een invalide-autootje, iemand remt, en er vliegt een meisje over het stuur van haar elektrische fiets zo met haar hoofd op het asfalt voor me. Ik wist niet dat een hoofd zo’n harde knal kon maken.
Ik loop naar het meisje toe. Eén seconde denk ik nog: ‘afstand houden’, dan heb ik haar al in mijn armen. Lijkwit, trillend, en op haar hoofd een nogal indrukwekkende bult.
De ambulance komt, op straat krijgt ze prikken en een infuus, de volgende ambulance komt. Al die tijd hou ik haar vast en praat ik tegen haar. Ze is een expat uit Duitsland, begin dertig. Maar nu vooral een bang kind. Pas als ze haar meenemen naar het ziekenhuis laat ik haar los. Wel met mijn telefoonnummer op een briefje bij haar, haar eigen telefoon heeft ze niet bij zich. Ik laat me noteren als eerste contactpersoon. De hele nacht herbeleef ik die klap, mijn geestesoog draait overuren.

De volgende ochtend komt het goede nieuws: ‘slechts’ een stevige hersenschudding. De ouders komen meteen over uit Duitsland en nemen het meisje mee om thuis te herstellen. En ook dat zie ik dan weer de hele tijd voor me, maar dat is fijn.

(foto=Vlissingen)

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Ik krijg iedereen aan het schrijven!

Van ’s ochtends vroeg tot diep in de avond, vraag maar aan mijn dochter.

Zo kun je me uittekenen: uur na uur na uur. Mijn computer is er oververhit van geraakt en anders ik wel. Ik eet, adem, droom schrijven. 

Taalbaas

Om te beginnen zijn er natuurlijk de schrijflessen via de schrijversacademie, die zijn eindelijk weer live. Mijn studenten komen ook weer aan huis.
Ondertussen is er niet stilgezeten tijdens Corona, er waren diverse krachtige initiatieven. Ik gaf privé zoomsessies aan jongeren, wat leidde tot prachtige korte verhalen, het project heet Taalbaas en ik hou er nogal wat jonge schrijfvrienden aan over.
Daarnaast – en daar zal ik nog wel vaker over berichten – gaf ik de hele zomer samen met een collega workshops op zomerscholen, wat gaat leiden tot een boek. Vooralsnog betekent dat anderhalve meter schriftjes redigeren, het is een soort rijstebrijberg waar ik elke dag een paar uur doorheen eet. Dat is geen straf, er zitten prachtige dingen tussen. Taalzwak, achterstand of niet – ik krijg ze allemaal aan het schrijven – en hoe!
Maar de dag begint met mijn eigen boek, daar sta ik heel vroeg voor op. Door Corona is de release uitgesteld naar januari maar dat geeft mij de kans om het nog mooier te maken. Ik schrijf en ik schrijf en ik schrijf. 

Veel gelukkiger kun je me niet krijgen. 

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Sixteen going on seventeen in 2020

You wait, little girl, on an empty stage
For fate to turn the light on
Your life, little girl, is an empty page
That men will want to write on

Eindelijk is het dan zo ver.

55 jaar na de film

Ik kan het ook van mijzelf herinneren: sixteen going on seventeen. Het gevoel van dat liedje dat er elk moment een geheime deur opengaat en daarachter het echte leven – liefde – de wereld.
Dochter en ik keken samen maar weer eens The Sound of Music en zagen Liesl voor het eerst gekust worden door ‘seventeen going on eighteen’ Ralph. Betoverd staarden we naar het opgetogen dansende stel. ‘I’ll depend on you,’ zingt Liesl en dan krijgt ze eindelijk haar kus.
En daar is dus iets totaal veranderd in 55 jaar.
Waar ikzelf aan de film nog een onbestemde hunker overhield naar mannen die voor je zorgen, is mijn dochter zo veel verder, zo veel vrijer. Elke keer als ik verzucht dat we een man nodig hebben, kijkt ze me verwijtend aan. Dunya opent mayonaisepotjes, sjouwt zware tassen, fixt het Internet als er weer eens iets is vastgelopen. En ze richt haar eigen liefdesleven in, hoezo I’ll depend on you? En hoezo is you trouwens een man?

Dunya, leeuwtje, powervrouw. Vannacht om 12 uur danste je door de kamer met je vrienden. Weer een ander lied, dancing queen, young and sweet, only seventeen. Ik zat op de bank in mijn pyjamaatje stilletjes naar jullie te kijken, zo vrij en zo mooi, en ik dacht: het is waar. Er is een geheime deur opengegaan en nu ligt de wereld aan je voeten. 

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Graf en urn

Mijn moeder wilde een graf op Texel. Maar ze komt in een urn in Driehuis. 

Hoe dat komt is een heel verhaal.

Dennenbossen

Het heeft te maken met een dierbare bonusdochter die ook in die urnentuin is. Ruim een jaar geleden vertelde mijn moeder ons dat ze daarom haar graf op Texel (waar ze al jaren trouw voor betaalde) had opgezegd. Of we het niet erg vonden. Mij maakte het op dat moment niks uit, mijn zus vond het iets lastiger. Het leek ons en mijn moeder namelijk altijd zo’n mooi idee: dat wij terug zouden komen naar haar dierbare Texel voor haar graf.
Ach, de dingen die je vooraf bedenkt over de dood.
Natuurlijk is mijn moeder op Texel: in de dennenbossen van onze jeugd, in de Slufter waar ze zo gelukkig was, in het Noorden bij de molen waar ze woonde. We hoeven daarvoor echt niet naar een of ander graf toe. Mijn moeder zit in de lucht en de wolken, in de schapen op het eindeloze vlakke land, in de uitbundig bloeiende heide en in het koppie van elke zeehond.
En ineens zagen we ze, dit jaar voor het eerst: prachtige houten bankjes her en der op het eiland, met naamplaatjes erop van mensen die ze hadden geschonken. Herdenkingsbankjes!
Mijn zus en ik kregen een idee. Ik belde met boswachter Anna en het kon gewoon: een bankje met de naam van onze moeder erop. Waar de mensen lekker op kunnen zitten en genieten van het prachtige uitzicht. 

Nanda en ik gingen op bankenjacht. We zagen een paar potentiële plekken; in feite moet je een oud versleten bankje kiezen en dan vervangen ze het voor iets nieuws, dat op Texel wordt gemaakt. Op de foto zie je zo’n oud bankje. We gingen er alvast op zitten, Nanda en ik, en het klopte, nu al.
Wat zou onze moeder dat fantastisch hebben gevonden…

 

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Oestergeil, meteorieten en huilers. Mijn osso

Texel 2020. 

  • Waar de zee melkwit is van de parende oesters. We komen er pas achter nadat we er al in hebben gezwommen. Een beetje mijn thema deze week: vanuit de marge.
  • Waar het nog nooit zo heet was. In de traditie die ik probeer op te bouwen zijn we er elk jaar een week, weer of geen weer. Dit jaar was de zee onze grootste vriend. Met of zonder oesters. 
  • Waar alle dochters langskwamen (met dank aan Corona)  met hun vrienden en ik ze de hele tijd alleen maar wilde knuffelen met z’n allen.
  • Waar de ene dochter mij per app verzocht om ‘de loca van je os’
  • Waar er een heuse ‘bitch fight’ plaatsvond, die ook weer werd bijgelegd.
  • Waar werd geriskt, gekaart en ook het spel Pandemic werd gespeeld.
  • Waar ze mij wederom vroegen als spelleider van het weerwolvenspel, mijn gloriemoment.
  • Waar ik behalve het zespersoons huisje ook snel een tentje in de duinen geregeld had, waar het prachtig slapen bleek te zijn naast de zee. 
  • Waar een gigantische meteorietenregen over het eiland trok, waardoor de tentslapers dus ‘meer dan zesenzestig vallende sterren’ zagen.
  • Waar ik die hele sterrenregen ook al miste omdat ik draaierig mijn bed niet uit durfde, precies die nacht.
  • Waar ik elke dag bijna manisch maar vooral blij tafels vol eten kookte, en in het inderhaast aangeschafte cakeblik taarten en broden. 
  • Waar mijn zus met haar mannen een hotelkamer om de hoek had en ik ook haar eigenlijk de hele tijd alleen maar wilde knuffelen.
  • Waar mijn oudste vriendin op Texel ging optreden en dus ook al langskwam met al haar vertrouwdheid. 
  • Waar ik er op Ecomare achterkwam dat zeehondjes die verlaten zijn door hun moeder ‘huilers’ worden genoemd.
  • Waar ik vervolgens heel zachtjes van moest huilen.  
  • Waar er werd gethuiswerkt, door aanplakkinderen met echte banen en dat dat wel gezellig was. 
  • Waar de muggen zachtjes zoemden, mijn moeder zachtjes zong en ik de tijd wilde omhelzen en nooit meer loslaten.

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Draaiduizelig

De wereld draait. Heel letterlijk.

‘Hoe symbolisch,’  zeg ik tegen mijn dokter, ‘terwijl ik me toch al zo wankel voel.’ Maar daar heeft het niks mee te maken. Gewoon een virus, een ontsteking van mijn evenwichtsorgaan. 

Texel

Op Texel ben ik nu, met mijn dochters en hun vrienden. Dat is een geluk bij een ongeluk. Toen de ene vakantie niet doorging, boekte ik razendsnel een huisje dat vrij was gekomen op Texel. We zitten hier in een raar stukje Suburbia, met een hoog Truman Showgehalte. Overal dezelfde vakantiehuisjes, in nepwijken met nepsloten en allemaal dezelfde tuinstoelen. Het is een parallelle wereld die misschien niet eens bestaat en waarin ik dus ook nog steeds last heb van wat de dokter draaiduizeligheid noemt. En van rouw, maar dat is normaal natuurlijk, mijn moeder is hier overal, op haar dierbare eiland waar ze zelfs jarenlang woonde. Ik adem mijn moeder hier.
Elke ochtend sta ik op met zo’n gevoel alsof je dronken bent; als je je eraan overgeeft is het bijna prettig. En het is sowieso heel veilig en gelukkig dat de dochters hier zijn met al hun levenslust. Dat we bij de zee zijn nu het zo heet is – ook al is die zee vol hoge golven en muien. Pas op, zeg ik steeds, pas alsjeblieft op.
Ik lig op het strand en ik ben me hyperbewust van de grond onder me, het zand en de aarde. Dat de wereld maar draait en draait met een duizelingwekkende snelheid waar niemand iets aan kan doen. Vroeger had je zo’n ding op de kermis, wij noemden het ‘de kleef’. In een soort megacentrifuge werd je tegen de wand geplakt terwijl de grond onder je voeten wegzakte. Zo lig ik nu op het zand, ik kleef tegen de wereldbol aan. We draaien rond en rond, het is de circle of life, en alles gaat voorbij, te snel.

Met mijn ogen dicht draait alles nog steeds door. Ik voel het maar ik val niet. Ik kleef.

(foto van precies vier jaar geleden op Texel)

Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Schrijven onder invloed

Ik was een beetje dronken en ik schreef iets op, waarvan ik dacht dat het een prachtig begin zou zijn voor een blog – of misschien zelfs een kort verhaal.
De volgende dag las ik het terug. 

Dit stond er: ‘De dochters waren op vakantie met vrienden en J was nog in Vlissingen. Ik was terug gekomen voor werk. En ik was helemaal alleen.’

Verslavingen

Tsja, schrijven onder invloed. Misschien gaat muziek maken onder invloed beter. In de praktijk heb ik toch echt een helder hoofd nodig. Wat niet betekent dat je niet kunt hallucineren tijdens het schrijven – maar dat zijn meestal korte momenten. Toch zijn dat de momenten dat er meestal wel prachtige zinnen uit je pen komen. Het is in ieder geval mijn grootste verslaving: die momentjes. Alle andere mogelijke verslavingen houd ik zoveel mogelijk op afstand, ik ken mezelf een beetje te goed wat dat betreft.
Maar ja, ik was dus alleen een paar avonden, samen met MTV’s Are you the one – dat was net het niveau dat ik aankon. Ik wist dat ik goed voor mezelf moest zorgen en dat soort dingen, maar veel verder dan een goede fles wijn ging dat zorgen niet. Elke avond opnieuw. Was ik mijn moeder dan zou ik mezelf streng toespreken. Hou nu maar weer op met dat gezuip, dat gaat je veel te makkelijk af. Zorg in plaats daarvan écht goed voor jezelf, met gegrilde groentes en vers fruit en was je vette haren, fiks die bladderende nagellak. Haal het weg of doe er een nieuwe kleur op want dit is alleen maar armoedig. Van die dingen die moeders zeggen. 

Maar dat was dus precies het ding. Er was geen moeder.